Brandade

Recept

brandade van kabeljauw

Personen

4

Bereidingstijd

75 minuten

Ingrediënten

400 gram kabeljauwfilet, het dikke deel aan één stuk
4 eetlepels zeezout
1 liter visbouillon
400 gram bloemige aardappels, met schil
2 venkelknollen, elk in 4 parten gesneden
wat olijfolie (voor venkel)
handvol platte peterselie, in reepjes gesneden
50 milliliter olijfolie (voor aardappels)

Bereiding

Neem een schaal waar de kabeljauwfilet precies in past. Strooi de helft van het zout op de bodem. Leg de vis erin en strooi de rest van het zout eroverheen. Laat 30 tot 40 minuten op het aanrecht marineren. (In de koelkast mag het tot 2 uur marineren.) Spoel daarna de visfilets af onder koud stromend water.

Breng de visbouillon tegen de kook aan. Pocheer hierin de vis in 10 tot 12 minuten (afhankelijk van de dikte van de filet) net gaar. Haal de vis voorzichtig met een schuimspaan uit de pan en zet weg.

Kook in dezelfde bouillon de aardappels gaar. Zet de oven aan op 160 °C.

Maak ondertussen de venkel. Bestrijk de parten venkel met wat olie. Verhit een koekenpan en rooster de venkel aan beide zijden tot hij licht gekleurd is. Leg de stukken venkel in een schaal en zet die in de warme oven.

Giet de aardappels af als ze gaar zijn. Zet de vis in de oven bij de venkel om hem op te warmen.

Leg de aardappels op een serveerschaal. Druk ze met de zijkant van een vork in grove stukken. Meng de peterselie en olijfolie erdoor en breng op smaak met peper en zout.

Haal de vis uit de oven. Duw met een vork de lamellen van het visvlees uit elkaar en verdeel die over de aardappels. Meng enigszins met de aardappel, maar zorg dat de structuur van de vis bewaard blijft.

Verdeel over de borden en serveer de warme venkel apart erbij.

Eet smakelijk!